Raciale burgerreligie

civilreligion [1]1,525 words

Vertaald door Otharus; English original here [2]

Voor dit betoog definieer ik religie als het gemeenschappelijk in ere houden van het heilige. Het heilige hoeft niet te verwijzen naar een God, goden of andere opperwezens, immanent of transcendent. Wat ik bedoel is het hoogste goed in enig geloofssysteem, dat waarvoor alle lagere waarden moeten wijken en in een conflict worden opgeofferd. Men kan het hoogste goed naar behoren eren, of men kan het negeren, beschimpen en ontheiligen. Religie eert het. Maar het is niet voldoende om het hoogste goed slechts in gedachte te eren. Men moet er ook naar handelen. Maar zelfs dat is nog geen religie. Individueel het hoogste goed in de praktijk eren betekent een deugdzaam leven leiden. Het hoogste goed collectief eren, in gemeenschap met anderen, dat is religie. Een dergelijke collectief eerbetoon aan het hoogste goed is een ritueel.

Zo beschouwd, is religie inherent communaal en ritualistisch. Maar het is niet inherent theïstisch of bovennatuurlijk. Een gemeenschap kan zichzelf – zijn oorsprong, zijn voortbestaan en lotsbestemming – als hoogste goed hebben en zichzelf het doel maken van een burgerreligie, van gemeenschappelijke rituelen ter zelf-gedachtenis en zelf-bestendiging: het vereren van helden en voorouders, het heiligen van huwelijk en familieleven, van opvoeding en het volwassen worden, het plechtig gedenken van historisch belangrijke gebeurtenissen, het demoniseren van vijanden, vervloeken van verraders, enzovoort.

Ik geloof, dat er een hoogste goed is voor gemeenschappen die volharden in de tijd. Religie immers – een algemene rangorde van waarden in combinatie met het collectief vereren en bestendigen daarvan – is de ultieme behoeder van eenheid. Een samenleving met diverse hoogste goeden en religies kan lijken te bestaan  als je de film der historie stil zet, maar ik durf te beweren dat wanneer de film verder loopt, je zult zien dat zo’n samenleving eigenlijk in verval is. Er zijn veel waarden en krachten die samenlevingen uit elkaar kunnen trekken. Een samenleving zal dus ten onder gaan, als haar aanhoudende eenheid niet wordt gewaardeerd en als deze waarde niet tot daadwerkelijk samenbindende kracht wordt gemaakt, doordat haar collectief eer wordt betoond, middels een burgerreligie. Louter externe, wettelijke macht is daartoe niet genoeg, indien de doelstellingen niet als legitiem worden beschouwd in het volksbewustzijn.

Het ontstaan van een samenleving hoeft geen religieuze basis te hebben. Een samenleving kan voortkomen uit geografische isolatie en gedeeld bloed, gedeelde taal en gebruiken. Maar wat een gemeenschap duurzaam maakt, heeft alles te maken met religie. Er zijn natuurlijk diepgewortelde, zuiver natuurlijke neigingen om het eigene lief te hebben en om vreemdelingen te wantrouwen. Maar deze alleen zijn niet genoeg voor het behoud van unieke samenlevingen.

Samenlevingen kunnen ten onder gaan, doordat ze gespleten worden of samengaan met andere. Soms splijten samenlevingen met gedeelde waarden, door ruzie als gevolg van schaarste. Soms gaan radicaal verschillende samenlevingen en rassen samen en vermengen ze, als gevolg van hebzucht en lust. Willen samenlevingen bij elkaar blijven, moeten ze eenheid tot hogere waarde verheffen dan familie, verdeelde loyaliteit, individuele hebzucht, lust en ambitie. Dat dergelijke prioriteiten volharden is een religieuze aangelegenheid.

Natuurlijk kan de eenheid in een samenleving nog steeds worden bedreigd, zolang er hogere waarden bestaan, zoals universele broederschap, kapitalistische vermogensgroei of communistische herverdeling van rijkdom. Dus de beste manier om een samenleving te behouden is om dit de hoogste waarde te maken, dat wil zeggen een burgerreligie op te richten.

Indien een gedeelde religie de eenheid van een samenleving behoudt, waarvandaan komt dan het religieus pluralisme in moderne Westerse samenlevingen? Er zijn twee verklaringen. Ten eerste kan dit pluralisme een illusie zijn. Ten tweede kan de eenheid een illusie of vergankelijk zijn. Voor het Westen zijn beide verklaringen waar.

Het Westers religieus pluralisme is gedeeltelijk een illusie. Het is een vergissing om de veelheid aan Christelijke sekten te zien als werkelijk religieus pluralisme, omdat sinds de 17e eeuw het christendom niet de dominante religie van het Westen is geweest. In 1648 maakte de Vrede van Westfalen een einde aan de Dertigjarige Oorlog tussen protestanten en katholieken. In 1660 betekende de Restauratie het einde van de puriteinse heerschappij in Engeland. Beide gebeurtenissen hebben welbeschouwd het christendom als dominante religie van het Westen vervangen door een nieuwe burgerreligie van liberaal-universalisme. Het gevolg is, dat de waarden van religieuze tolerantie, sociale vrede en seculiere vooruitgang boven het christendom werden verheven en sindsdien heeft het christendom zich onderworpen – soms gretig, soms onwillig, maar toch onderworpen – aan deze nieuwe burgerreligie.

Ook de Westerse eenheid is gedeeltelijk een illusie, omdat liberaal-universalisme Europa heeft opengesteld voor omverwerping en kolonisatie door volkeren die weliswaar lippendienst bewijzen aan liberaal-universalisme, maar tegelijkertijd tribale vormen van particularisme beoefenen (vooral Joden, maar ook Oost- en Zuid-Aziaten en andere immigranten uit de Derde Wereld), of rivaliserende, onverdraagzame vormen van universalisme (islam, marxisme). Omdat de liberaal-universalistische samenleving van anderen niet oprechte wederkerigheid verlangt, is het een zelf-ondermijnend systeem, dat zal worden verscheurd door de vreemdelingen die het in haar midden heeft toegelaten.

Blank-nationalisme, zoals ik het me voorstel, is niet slechts een politieke filosofie, die wedijvert met andere politieke stromingen voor macht binnen de liberaal-universalistische hegemonie. In plaats daarvan moet het doel zijn om het liberaal universalisme te verdringen en een blank-nationalistische hegemonie te vestigen, een nieuwe burgerreligie voor het Westen, dat het behoud en de bloei van ons ras als hoogste goed behandelt en waaraan alle mindere waarden ondergeschikt moeten worden gemaakt. Blank-nationalisme moet het hoogste goed van ons ras centraal stellen in een publieke eredienst die onze identiteit viert, ons erfgoed, onze helden en onze Faustiaanse lotsbestemming.

Vanuit dit perspectief lijken de debatten over christendom versus heidendom in blank-nationalistische kringen irrelevant.

De critici van het christendom hebben gelijk: christelijke waarden zijn op zijn best onverschillig tegenover raciaal behoud, maar vanuit de kern vijandig. Bovendien is het christendom niet echt een alternatief voor liberaal-universalisme, dat immers eenvoudig de christelijke waarden en eschatologische fantasieën heeft geseculariseerd.

Maar de critici van het christendom vergissen zich, als ze menen dat heden het christendom de belangrijkste vijand is. Want de ware religie van deze tijd is het liberaal-universalisme, waarvoor zelfs de Paus door de knieën gaat.

Overigens is het zo, dat mensen die pleiten voor een terugkeer naar het christendom in werkelijkheid een vroegere, minder openlijk decadente periode uit de geschiedenis van het Westerse liberaal-universalisme voor ogen hebben. Als ze enig idee hadden van de ware geschiedenis van het christendom – als ze over de Albigenzische Kruistochten hadden gelezen, over de Dertigjarige Oorlog, of de Engelse Burgeroorlog bijvoorbeeld – zouden de meesten van hen een ware christelijke herleving vol afschuw verwerpen.

Ik twijfel er niet aan, dat de inheemse Europese volksreligies nieuw leven kunnen worden ingeblazen, door studie van de fragmenten die zijn overgeleverd, door het toegankelijk maken van de sporen van nog bewaard gebleven tradities en het hebben van mystieke of spirituele ervaringen. Ik twijfel er niet aan, dat Europese volksreligies meer consistent zijn met Europese identiteitspolitiek, dan christendom, islam, liberaal-universalisme, enzovoort.

Maar ik ontdek bij neo-heidenen geen serieuze wens om een heidense burgerreligie te vestigen. De meeste neo-heidenen lijken tevreden met hun sociaal marginale rol van “getolereerde” buitenstaanders in wat zij zien als een christelijke samenleving.

Bovendien, zodra het om politiek gaat, verdelen neo-heidenen zichzelf in twee kampen: liberaal-universalisten en blank-nationalisten. En laten we eerlijk zijn: de grote meerderheid zijn primair liberaal-universalist of blank-nationalist en secundair neo-heiden.

Voor blank-nationalisten zou de ware religieuze strijd van onze tijd niet moeten zijn tussen christenen en heidenen. Het christendom heerst niet en neo-heidenen hebben geen flauw idee wat het met zich mee zou brengen om te heersen. De ware strijd is tussen liberaal-universalisme en blank-nationalisme.

Dus hoe zou het religieuze landschap eruitzien onder blank-nationalistische hegemonie?

Ten eerste, zoals er onder liberaal-universalistische hegemonie volkomen eenheid bestaat, als het gaat om liberaal-universalistische waarden, zo zou er onder blank-nationalisme volkomen eenheid bestaan, waar het gaat om het ultieme belang van het behoud en de voortgang van het blanke ras. Denigratie en destructie van ons ras zou buiten de grenzen liggen van de acceptabele opinie, zoals blank-nationalisme nu nog buiten de grenzen ligt van de welgemanierde samenleving. Alle rivaliserende burgerreligies en hegemonieën zouden worden bedwongen: liberalisme, marxisme, islam, jodendom, enzovoort.

Ten tweede, zoals onder de liberaal-universalistische hegemonie, zou er volkomen pluralisme en tolerantie zijn, als het gaat om alle onbelangrijke aangelegenheden. Zolang de christelijke denominaties de raciale burgerreligie niet betwisten, kunnen ze dezelfde status behouden die ze vandaag de dag hebben onder het liberaal-universalisme. Hetzelfde geldt voor alle vormen van neo-heidendom, import-filosofieën uit het verre Oosten, of nieuw bedachte religies.

Omdat het christelijke Koninkrijk niet van deze wereld is en omdat het christendom een lange traditie kent van buigzame aanpassing aan welke machthebbende keizer dan ook, zal het christendom zich snel verzoenen met de raciale burgerreligie.

Veel van de waarden van het liberaal-universalisme – priveonderneming, prive leven, vrijheid van denken, meningsuiting en creativiteit, enzovoort – kunnen behouden blijven onder een blank-nationalistische hegemonie, voor zover dit consistent is met raciaal voortbestaan en gezond zijn.

Onder een blank-nationalistische hegemonie zou men begrijpen, dat de raciale burgerreligie niet de spirituele behoeften van iedereen volledig zou bevredigen. Maar, zoals in de oudheid zou iedereen vrij zijn om mysteriescholen en uitheemse religies te verkennen, zolang deze ons ras niet ondermijnen. Maar voor mij is mijn ras niet alleen mijn natie, het is tevens mijn religie.